Er
werd een hoop over hem verteld. De muziek was mooi en er waren heel veel
aardige mensen. Het was gezellig. Er hing ook een vredige sfeer over de
crematie, omdat die jongen al zo lang ziek was geweest. Iedereen wist
al heel lang dat ze op een gegeven moment met z'n allen om zijn kist zouden
staan. Daar helpt geen moedertje-lief aan. Je wist niet wanneer, maar
wel binnen een bepaalde tijd. Jij en ik, Jack, kunnen in potentie honderd
worden. Hij wist dat hij niet ouder dan vijfentwintig, dertig jaar zou
worden. Als je het zo bekijkt, komt de dood op een hele andere manier
en dan kun je er wat van maken. Juist omdat je erover nadenkt. Het was
een hele leuke crematie. De dood is voor ons allen toen
zo veel tastbaarder geworden. Ook was er melancholie, want de komende
vijftig jaar gaan we elkaar begraven en als je dan om je heen kijkt, doet
je dat wel wat."
Jack:
"Dan heb je al meer leeftijdgenoten verloren dan ik, ik ken er maar eentje
in mijn vrienden- en kennissenkring."
Ingmar: "Wat mij wel opvalt is dat
de dood in golven komt. Een hele tijd gebeurt er niets en dan opeens drie
in een week. En, alsof de duvel ermee speelt, er worden dan ook weer nieuwe
mensen geboren."
|
DE
ECHTHEID VAN GEVOELENS
Jack:
"Ik heb met een fotograaf vierentwintig uur door Nederland gereisd en
mensen geïnterviewd. Bijna iedereen zei -of ie nu conducteur of marktkramenzetter
of broodjesverkoper op het station was- 'het lijkt wel saai wat ik doe,
maar elke dag is anders'. Blijkbaar heeft de mens altijd de neiging om
overal toch het mooie in te vinden. Dat is met de dood ook zo. Je wilt
gewoon niet dat je vriend doodgaat. Dat je moeder doodgaat. En als dat
toch gebeurt, bedenk je iets waarom het toch wel goed is zo."
Ingmar: "Er is nog wel een reden,
een privéreden. Omdat ik eigenlijk de hele dag alleen maar met het alfabet
in de weer ben, ben ik voortdurend aan het nadenken over dingen. Tijdens
periodes van de dood ga je voelen, echt verdriet, echt geluk, echte liefde,
en wat er nog meer aan echte gevoelens zijn, die komen dan naar boven.
Dat is ook iets om dankbaar voor te zijn. Ik ben een mens, ik kan iets
voelen. Dat in plaats van dat amorfe gevoel, van ik zit hier maar te schrijven,
ik vind het wel leuk en het gaat best aardig. Soms ben ik een beetje bang,
een beetje blij, maar door de dood kan ik soms echt stuk zitten. En daar
kan ik dan weer het mooie van inzien.
|
Daar zit
een egoïstisch voordeel in. Ik ben gegroeid doordat Maarten dood is gegaan,
dat heb ik eraan gehad en daar had hij niets aan. Toch denk ik dat hij
het leuk zou vinden. En ik hoop ook dat, als ik dood ga, er een paar mensen
oprecht verdrietig om zijn. Verdrietig zijn is helemaal niet zo slecht.
Je voelt tenminste wat."
Jack:
"Hetzelfde geldt voor vreugde. Wat staat er tegenover de dood? Dat je
een kind op de wereld zet?"
Ingmar: "Denk het wel."
LEVEN
NA DE DOOD?
Jack:
"Wat ik heel frappant vind, is dat iemand toen mijn ouders waren overleden
tegen me zei:' Gôh, wel heel erg voor je, maar als schrijver is het natuurlijk
wel geweldig'. Op dat moment heb ik niet als schrijver gereageerd, maar
als mens. En ik was toch liever een mens die zijn ouders nog had, dan
een schrijver die zijn ouders niet meer had. Ik heb er nog helemaal niets
mee gedaan met de dood van mijn ouders. Helemaal niets. Het is nu bijna
acht jaar geleden. Ik kan er niets mee."
Ingmar: "Waarom zou dat moeten?"
Jack:
"Ronald Giphart heeft in zijn nieuwe boek de dood van zijn
|